Mocht u willen reageren op dit bericht dan kan dat onderaan deze pagina.
Type studie en onderzoekvraag
Het betreft een zogenaamde Delphi studie waarin een groep professionele experts overeenstemming poogt te realiseren over vakinhoudelijke thema’s. Er wordt geconcludeerd dat er bij het onderzoek en behandelen van sporters met schouderblessures weinig duidelijkheid is omtrent criteria voor goede revalidatie en voor Return to Sport (RtS). Het doel van deze studie is het beschrijven van een gezamenlijk gedragen raamwerk/ richtlijn om klinische beslissingen van professionals die werken met sporters, te ondersteunen.
Methode en setting
De SSPA (Swiss Sports Physiotherapy Association) organiseert jaarlijks een Sportsfisio Congres. De redactie van JOSPT (Journal of Orthopaedic & Sports Physical Therapy) en SSPA namen het initiatief om een ‘Athlete Shoulder Consensus Group’ bijeen te roepen. De 13 leden/ auteurs van deze groep zijn bekende fysiotherapeuten, komen uit 8 verschillende landen en de kartrekkers waren Ariane Schwank (SSPA), Paul Blazey (JOSPT) en Clare Ardern (JOSPT). Jammer dat er geen bekende Nederlandse fysiotherapeut is die gevraagd is zitting te nemen in deze consensus groep, daar moeten we toch nog aan werken.
De taak van de consensus groep is het vaststellen van de onderzoekvragen, het verzamelen van de literatuur en het starten van de Delphi procedure. In de eerste Delphi ronde werden de doelen en stellingen met vragen voorgelegd aan 44 experts (42 experts beantwoorden de vragen). Het verwerken van die antwoorden leiden tot een tweede Delphi ronde (39 experts waarvan er 32 reageerden) en uiteindelijk, tijdens het Sportsfisio Congres eind 2021, een live overleg met 10 experts die tevens een presentatie gaven bij dat congres. Dit opinieartikel beschrijft de resultaten van dat overleg.
Resultaten
Er worden 20 consensus statements beschreven verdeeld over de vier vooraf afgesproken thema’s: 1: Omgaan met risico’s om een schouderblessure op te lopen (2 statements), 2: het verantwoord opbouwen van de belasting (3 statements), 3: de schouder revalidatie (9 statements) en 4: de beslissing om te komen tot RtS (6 statements). Naast die 20 gerubriceerde statements worden 7 basisprincipes voor herstel van kracht en performance beschreven, 6 voorwaarden voor atleten die overwegen hun sport te hervatten en 20 video’s van oefeningen, metingen en performance tests. Plezierig is dat JOSPT de bijlagen en video’s vrij beschikbaar heeft op de JOSPT-website: klik op deze link.
Ten aanzien van RtS is het zinvol een drietal fasen te onderscheiden (figuur 1).
Duidelijk is dat de voorwaarden waaraan de belastbaarheid dient te voldoen van links naar rechts toenemen.Er wordt een mooi schema aangegeven waar sporten met een verschillende schouder belasting in worden weergegeven (figuur 2).
Het gaat wat te ver om alle 20 statements te bespreken, dus kijk aub het bijgevoegde artikel zelf maar eens in. Bij de video’s vind je naast tips voor oefentherapie ook de uitvoering van een aantal performancetests.
Ik focus in deze tekst op twee van de 7 basisprincipes om kracht en performance van sporters te herstellen, en wel de principes 5 en 6. Die criteria betreffen de toepassing van plyometrie. We zijn misschien geneigd deze vorm pas op het eind van de revalidatie toe te passen maar de consensusgroep adviseert dat, in gepaste vorm, ook bij de start van de revalidatie te gebruiken. Verder wordt benadrukt om het ‘train the brain’ principe toe te passen. Train niet te veel met een interne focus door de fout te maken de sporter te laten concentreren op de stapsgewijze correcte uitvoering van een oefening. Moderne principes van motorisch leren tonen aan dat impliciet leren met een externe focus effectiever zijn. Dus niet aangeven: ‘breng het scapula in opwaartse rotatie en voer de scaptie uit met de duim naar voren’ maar vaak is het effectiever door te vragen ‘tik dit bewegende object aan met de handrug’. Die principes komen uit de revalidatie van sporters na een kruisbandletsel van de knie en worden beschreven door collega Alli Gokeler. En zo hebben we dan toch een Nederlands tintje in dit consensus statement gevonden en is gelijk het bruggetje naar het SNN/ SNV congres op 10 juni gemaakt; daar komt onze Groningse collega presenteren. Van beide principes (plyometrie en externe focus) worden artikelen bijgevoegd.
De 6 domeinen voor RtS betreffen: 1: Pijn, return to participation en return to sport mag met enige pijn; voor return to performance dient de sporter pijnvrij te zijn; 2: Voorwaarden voor ROM, is afhankelijk van het type sport; 3: Voldoen aan basisvoorwaarden voor kracht, vermogen en uithoudingsvermogen; 4: Voldoende stabiliteit in de bewegingsketen; 5: Sporter is er psychologisch gereed voor RtS en 6: Voldoen aan sport specifieke performance.
SWOT-analyse
Als je in een Delphi en discussie proces met flink wat collega’s consensus moet beschrijven, dan bestaat het gevaar dat er veel obligate voorspelbare statements worden geproduceerd. Net als bij het schrijven van een richtlijn op basis van een systematic review lijkt er nadruk te liggen op algemene en voorspelbare adviezen die voor de gemiddelde sporter met een sportblessure gelden maar blijkt er voor activiteiten die we in de praktijk wel gebruiken vaak mager extern bewijs. Kijk maar eens naar de stellingen om in te schatten in hoeverre die jouw klinisch handelen bij een bepaalde sporter daadwerkelijk gaan bepalen.
Aan de andere kant fungeren de gerealiseerde stellingen, basisprincipes, voorwaarden en video’s wel degelijk als steun voor methodisch handelen en klinisch redeneren bij sporters met een schouderblessure. Schoudergespecialiseerde fysiotherapeuten dienen het speelveld te kennen om daarna een passend plan van aanpak voor die sporter samen te stellen.
Belang voor SNN’ers
Het staat buiten kijf dat veel SP-patiënten ons raadplegen na een sportblessure (Wat is er aan de hand? Moet ik me verder laten onderzoeken?) of omdat ze moeite hebben met het uitoefenen van hun gewenste sport (Op welke wijze kan ik doorgaan? Wat is verstandig?). Vaak willen SP-patiënten samen met ons vaststellen of sporten nu juist geïndiceerd is of dat de (tijdelijke?) keuze voor een andere activiteit passend is.
Dat betekent dat de inhoud van dit artikel relevant is voor schoudergespecialiseerde fysiotherapeuten. In het artikel wordt tevens het beloop van een drietal voorbeeld casus met een verschillende sport en sportblessure beschreven.
Kansen/ uitdagingen voor SNN’ers
Dit consensus statement biedt de SNN’er zeker een basis voor adequate klinische besluitvorming bij het handelen met sporters met een schouderprobleem. Veel beschreven statements en voorwaarden kunnen dienen als discussie binnen een regionaal netwerk.
Wij zijn benieuwd naar het percentage sporters onder je SP-patiënten populatie, naar de statements die je aanspreken en naar jouw criteria om RtS te motiveren. Onderscheid je inderdaad de return to participation, sport en performance; en waar blijkt dat uit?
Gebruik je performance tests? Vind je die passend voor jouw patiëntenpopulatie? Heb je zelf tests die je daarvoor gebruikt?
Laat het gerust weten. We gaan in de komende artikelen van de maand de kwaliteit van een aantal performance tests verder bespreken. Als extra informatie bij dit artikel:
Extra artikel 1: Met informatie over oefentherapie waarin snelheid tamelijk vroeg in de herstel training wordt toegepast. Omdat de voor-rek ontbreekt kun je spreken van een oefenvorm met een beperkt plyometrisch karakter (Marcus Bateman et al, 2013).
Extra artikel 2: Met informatie over moderne inzichten in motorisch leren die ook bij trainen van sportblessures aan de bovenste extremiteit toepasbaar zijn (Alli Gokeler et al, 2018).
Gerard Koel – SNN bestuurslid Kwaliteit
Geef een reactie: