De toepassing van vragenlijsten bij het onderzoek van patiënten met klachten van de schouder. Vragenlijsten bij patiënten met schouderproblemen. Welke vragenlijst past het best bij de actuele klinische situatie?
1. Vragenlijst Schouder Functie (VSF)
Engelstalige vragenlijst, bestaande uit 13 vragen, die betrekking hebben tot de activiteiten in het dagelijkse leven (ADL) van de afgelopen weken waarbij de functie van de schouder wordt beoordeeld. De vragen kunnen beantwoord worden met “Ja” en “Nee” en is dus door de patiënt zelf in te vullen.
2. Constant Murley Scale (CMS)
Engelstalige vragenlijst, bestaande uit 10 vragen. Deze vragenlijst wordt afgenomen door een fysiotherapeut/arts, waarvan 4 vragen mondeling worden behandeld en 6 vragen praktisch worden uitgevoerd. Bij de vragenlijst komen de onderdelen pijn, ADL, mobiliteit en kracht aan bod. Door middel van punten wordt er bij deze vragenlijst gescoord van 0 tot 100.
3. ROWE Grading System (ROWE)
Engelstalige vragenlijst, bestaande uit 4 vragen. De onderdelen functie, pijn, stabiliteit en de range of motion (ROM) komen hier aan bod. Over ieder onderwerp wordt een vraag gesteld. Deze vragenlijst kan door de patiënt zelf ingevuld worden waarbij in totaal 100 punten behaald kunnen worden. Door het scoren wordt de ROWE – score bekend gemaakt. De uitkomst varieert van excellent, goed, matig tot slecht.
4. University of California at Los Angeles shoulder rating scale (UCLA)
Engelstalige vragenlijst, bestaande uit 5 vragen. De onderdelen pijn, functie, bewegingsuitslag van de actieve anteflexie, spierkracht anteflexoren en handicap – score komen aan bod. De eerste 2 vragen en de laatste worden door de fysiotherapeut aan de patiënt gevraagd. De andere twee worden praktisch uitgevoerd. De “UCLA – scale” kan variëren tussen de 0 en 35 punten, waarbij de uitkomst varieert van uitstekend, goed, matig tot slecht.
5. Western Ontario Shoulder Stability Index (WOSI)
Engelstalige vragenlijst, bestaande uit 21 vragen. Hier komen vragen over fysieke symptomen, sporten en werken, levensstijl en emoties aan bod. De patiënt kan deze vragenlijst zelf invullen door op een horizontale lijn aan te geven hoe hij/zij denkt over de schouder. Links van de streep staat “geen probleem” en rechts van de streep “niet mogelijk” weergegeven, waarbij de patiënt met een kruis aan moet geven hoe hij/zij denkt over het schouderprobleem. In het begin is een instructie voor de patiënt weergegeven en aan het einde wordt voor elke vraag een uitleg gegeven. Totaal score 0 – 2100 punten.
6. American Shoulder and Elbow Surgeons (ASES)
Engelstalige vragenlijst, bestaande uit 11 vragen. Bij de 1e vraag wordt de pijn uitgevraagd d.m.v. een VAS score die moet worden weergegeven op een horizontale lijn met links van de lijn “geen pijn” en rechts van de lijn “meest extreme pijn”.
De overige 10 vragen gaan over de functionaliteit van de schouder, waarbij de patiënt voor de linker en rechter arm aan moet geven of de handeling mogelijk is. Bij iedere vraag zijn de antwoorden mogelijk van 0 t/m 3. 0 staat voor ‘niet in staat om het uit te voeren’, 1 staat voor ‘veel moeite’, 2 staat voor ‘beetje moeite’ en 3 staat voor ‘geen moeite’.
7. Simple Shoulder Test (SST)
Engelstalige vragenlijst, bestaande uit 14 vragen georiënteerd op activiteiten van het dagelijkse leven. De vragenlijst moet door de patiënt zelf ingevuld worden d.m.v. ‘ja’ en ‘nee’ vragen. Voorafgaande wordt er ook gevraagd naar de dominante zijde en de aangedane schouder. Twee vragen gaan over pijn (de actuele pijn en pijn bij slapen)
8. The PENN Shoulder Score (PENN)
Engelstalige vragenlijst, bestaande uit 24 vragen. De eerste 4 vragen zijn georiënteerd op pijn waarbij de patiënt de cijfers 0 (geen pijn) t/m 10 (meest mogelijke pijn) moet omcirkelen.
De volgende 20 vragen zijn georiënteerd op de schouderfunctie waarbij de patiënt aan moet geven of hij/zij geen moeite, enige moeite of veel moeite heeft om de activiteit uit te voeren gezien de schouderklacht, of dat het onmogelijk is om de activiteit uit te voeren.
9. Oxford Shoulder Score (Oxford)
– 9.1 Oxford Shoulder Score (OSS)
Engelstalige vragenlijst, bestaande uit 12 vragen (5 punt score) georiënteerd op de problemen van de schouder gedurende de laatste 6 maanden, 3 maanden en 4 weken. De vragen zijn door de patiënt zelf in te vullen d.m.v. meerkeuze vragen, bij iedere vraag zijn 5 antwoorden mogelijk. Voorafgaand wordt gevraagd naar de aangedane schouder. Score werd uitgedrukt van 12 tot 60 punten; voorstel is om de score weer te geven van 0 tot 48 punten.
– 9.2. Oxford Shoulder Instability Score (OSIS)
Engelstalige vragenlijst met 12 vragen (5 punt score) gericht op schouder problemen gerelateerd aan instabiliteit (zowel TUBS als AMBRI; zowel pre- als postoperatief). Voorafgaand wordt gevraagd naar de aangedane schouder. Score werd uitgedrukt van 12 tot 60 punten; voorstel is om de score weer te geven van 0 tot 48 punten.
10. Shoulder Disability Questionnaire (SDQ)
Nederlandse vragenlijst (SPBV: Schouder Pijn en Beperkingen Vragenlijst), bestaande uit 16 vragen georiënteerd op pijn en beperkingen in het dagelijkse leven. De vragenlijst wordt door de patient zelf ingevuld door te antwoorden op de vragen met wel, geen of n.v.t. De vragenlijst gaat over de afgelopen 24uur
11. Shoulder Rating Questionnaire (SRQ)
Uitgebreide Engelstalige vragenlijst met items geklasseerd in de 5 domeinen: algemene gesteldheid, pijn bij activiteiten, dagelijks functioneren, vrije tijd en sport en werk. Het gaat om 21 stellingen die door de patiënt worden gescoord op een 5 punt schaal. De verschillende domeinen kennen een ‘vermenigvuldiging factor’ die het aandeel in de totaal score (17 – 100) bepaalt. Dat maakt de SRQ lastig te berekenen zonder excel spreadsheet.