Contact

Matasi – onderzoek

Achtergrond
Schouderinstabiliteit is een veel voorkomend probleem bij jonge actieve personen. Meestal zit er een scheur in het labrum (kraakbeenlaagje in de schouderkom), wat veroorzaakt wordt door een traumatische blessure. Terugkerende instabiliteit wordt vaak gebruikt door behandelend artsen om te bepalen of een chirurgische interventie is geslaagd. Echter, wijst recent onderzoek uit het OLVG erop dat angst voor (terugkerende) luxaties van de schouder een belangrijk patiëntperspectief is en zodoende ook mogelijk bepalend kan zijn in de patiënttevredenheid. Dat heeft een directe relatie met de subjectieve beoordeling van het behandelsucces. Er is nog maar weinig bekend over behandelmogelijkheden van kinesiofobie, of in dit geval dislocatiefobie, de angst dat de schouder (wederom) uit de kom gaat. In veel gevallen wordt een angst ontwikkeld voor de bewegingsrichting waarin de schouder uit de kom ging. In vele gevallen is dat abductie-exorotatie. We zouden kunnen spreken van “aberfobie”. Dit aspect wordt niet standaard meegenomen in de nabehandeling voor patiënten met schouderinstabiliteit en angst. Tijdens de MATASI-TRIAL zal er een nieuw opgesteld angst reducerend nabehandelingsprotocol getest worden in een gerandomiseerde onderzoek setting.

Vraagstelling(en)

Tijdens deze studie zal gekeken worden wat de invloed is van multifactoriële nabehandeling op patiënt gerapporteerde uitkomsten en of het daarmee effectiever is dan nazorg zonder angst reducerende component. Als objectieve maat zal een deel van de patiënten een functionele MRI ondergaan voor en na de behandeling waarop hersenactiviteit gemeten wordt, om te bepalen of er daadwerkelijk verandering in hersenactiviteit heeft plaatsgevonden door de angst reducerende behandeling. 

Belang voor de patiënt 

De laatste 10 jaar verbeteren de uitkomsten van patiënten met schouderinstabiliteit niet of nauwelijks meer. Verondersteld wordt dat dit komt vanwege betere operatietechnieken en hiernaar wordt veel onderzoek gedaan. De gedachte is dat het mogelijk aan andere niet-geïdentificeerde oorzaken kan liggen, zoals angst voor (terugkerende) schouderdislocatie. Door hier onderzoek naar te doen zetten we de patiënt op nummer 1. Met de uitkomsten van dit onderzoek hopen we een doorbraak te bewerkstellingen, wat op termijn kan leiden tot nieuwe richtlijnen en lagere zorgkosten.                

Studie design

Randomised Controlled Trial (RCT)

Populatie

Patiënten tussen de 18 en 67 jaar, die een arthroscopische Bankart repair (kijkoperatie schouder) ondergaan zonder significant botverlies na een primaire anterieure schouderdislocatie in het OLVG Amsterdam, Spaarne Gasthuis Hoofddorp/Haarlem, het Amstelland Ziekenhuis Amstelveen, het Gelre Ziekenhuis, het Amphia Ziekenhuis Breda, het Meander MC en het Zuyderland MC

Inclusie criteria

Leeftijd tussen de 18 en 67 jaar. Arthroscopische Bankart repair in een van de deelnemende centra

Exclusie criteria

Patiënten zullen geexcludeerd worden als ze jonger dan 18 zijn of ouder dan 67. Tevens, patiënten die andere vormen van schouderchirurgie dan een arthroscopische Bankart repair ondergaan zullen worden geexcludeerd. Daarnaast zal dit gebeuren bij patiënten met: afwezigheid van het sulcus sign bij lichamelijk onderzoek, aanwezigheid van rotator cuff rupturen, bilaterale component (subluxaties contralaterale kant), voorgeschiedenis met operaties aan de schouder, bindweefselafwijkingen zoals Ehler Danlos of hyperlaxiteit (Beighton score >5) en angststoornissen danwel angstreducerende middelen gebruikende patiënten. Voor de fMRI komen patiënten niet in aanmerking als ze daar een contra-indicatie voor hebben, zoals bijvoorbeeld een pacemaker.