Bovenhandse sporten vragen veel van de schouder. Voor sporters is dit vaak vanzelfsprekend: gooien, slaan of serveren hoort erbij. Maar juist omdat deze bewegingen zo vaak herhaald worden en veel kracht vragen, kan de schouder soms gevoelig worden. Begrijpen hoe de schouder en de rest van het lichaam samenwerken, helpt om klachten te herkennen en op tijd aan te pakken. Zo kunt u niet alleen klachten verminderen, maar ook uw sportplezier behouden en prestaties verbeteren.
![]() | Schouderboek is een uitgave van Arko Sports Media, ISBN 978-5472-483-4, www.sportsmedia.nl geschreven door auteurs van SNN/ SNV en gepubliceerd bij het Schoudercongres 15-12-2023. Voor de inhoud betreffende deze aandoening is gebruik gemaakt van hoofdstuk 10: 10.3: Schouderpijn bij de bovenhandse sporter R. van der Kolk |
1. Waar gaat het over en waarom is dit belangrijk?
Bovenhandse sport is elke sport waarbij u herhaaldelijk boven schouderhoogte gooit of slaat (o.a. handbal, volleybal, tennis, badminton, honkbal, waterpolo). In deze sporten is schouderpijn de meest voorkomende klacht aan het bewegingsapparaat. Dat is niet vreemd: tijdens trainen en wedstrijden levert de schouder vaak en snel kracht in een grote bewegingsuitslag. Meestal ontstaan klachten geleidelijk door herhaling en vermoeidheid. Veel veranderingen in de schouder zijn normale sportaanpassingen. Pas als die aanpassingen uit balans raken (bijv. door te veel belasting in korte tijd, minder herstel, of techniekverandering), kunnen ze klachten geven. Met gerichte aanpassingen in belasting, techniek en training is herstel doorgaans goed mogelijk, en kunt u veilig en met vertrouwen blijven sporten.
2. Hoe werkt de schouder bij bovenhandse sport?
Bij een bovenhandse sportbeweging, zoals gooien of smashen, werkt het hele lichaam samen. De kracht begint in de benen en romp en wordt stap voor stap doorgegeven aan de schouder, arm en hand. De schouder moet daarbij twee dingen tegelijk kunnen: soepel bewegen én stabiel blijven. Dit noemen we de “werpparadox”.
Tijdens een worp of smash doorloopt de schouder verschillende fases: eerst voorbereiden, dan kracht opbouwen, versnellen, afremmen en tenslotte uitzwaaien. In elke fase werken de spieren samen om snelheid te maken én de beweging veilig af te remmen. In onderstaand figuur wordt duidelijk dat werpen, smashen en serveren beweegfuncties van het hele lichaam zijn. Bij een instabiele enkel of een stijve rug, moet de schouder relatief meer doen om een gelijke snelheid te genereren en op die wijze overbelasting en mogelijke klachten van de schouder veroorzaken.
Figuur uit hoofdstuk Schouderboek met verschillende fasen van werpacties bij honkbal, cricket, volleybal, Amerikaans Fotfball en speerwerpen (Uit: Zaremski et al. Mechanisms and treatments of shoulder injuries in Overhead Throwing athletes. Curr Sports Med, 2017:179-188).
Omdat de schouder vaak in uiterste posities komt, past het lichaam zich aan. Zo kan de dominante schouder iets minder goed naar binnen draaien (dit heet GIRD). Dat is meestal een normale sportaanpassing, maar in combinatie met vermoeidheid of een mindere techniek kan dit tot klachten leiden. Ook vermoeidheid zelf speelt een rol: als de spieren moe zijn, verandert de beweging onbewust een beetje. Dat kan tijdelijk helpen, maar geeft meer belasting op pezen en kapsel.
Kortom: een goede samenwerking van spieren, beweeglijkheid en techniek is belangrijk om zonder klachten te kunnen sporten.
3. Wat kunt u hiervan merken?
Schouderklachten bij bovenhandse sporten beginnen vaak klein. U voelt bijvoorbeeld wat stijfheid of een zeurende pijn na een training of wedstrijd. In het begin verdwijnen de klachten meestal weer na rust. Wanneer u langer doorsport, kan de pijn ook tijdens de activiteit komen opzetten.
De plek van de pijn kan verschillen. Soms zit deze meer aan de achterkant van de schouder, soms juist aan de voorkant of wat uitstralend naar de bovenarm. Het gaat vaak om een dof of vermoeid gevoel, maar soms merkt u ook dat de kracht of snelheid minder wordt. Bij sommige bewegingen kan de schouder even “klikken” of kraken, maar dat is meestal onschuldig.
Het belangrijkste om te onthouden: deze signalen wijzen meestal op een tijdelijke disbalans tussen belasting en herstel. Met aanpassingen in training, techniek en oefeningen kan de schouder zich goed herstellen en kunt u blijven sporten. Wanneer de klachten toch blijven terugkomen of u belemmeren in het sporten, is het verstandig om een sportfysiotherapeut die gespecialiseerd is in de schouder te raadplegen. Deze kan samen met u gericht kijken hoe de schouder weer optimaal belastbaar gemaakt kan worden.