De schouder is een systeem waarin meerdere gewrichten een rol spelen. De bewegingen in de arm komen niet alleen tot stand door onderlinge beweging van bovenarm en schouderblad.
Ook de wervelkolom en het sleutelbeen dragen bij aan het optimaal functioneren van de schouder. Als een onderdeel van het geheel niet goed (mee) beweegt, moet het hele systeem zich aanpassen en kan daardoor op een minder gunstige manier functioneren. Hierdoor kunnen andere weefsels overbelast raken. Als dit het geval is dan spreekt men van regionale schouderproblematiek.
Het schouderblad is de verbindende factor. De stand en positie van het schouderblad is bepalend voor de functie van de schoudergordel. Een afwijking in het schouderblad kan ontstaan door de volgende oorzaken:
Een van bovenstaande factoren kan er toe leiden dat het schouderblad een afwijkende stand heeft. Dit kan in rust te zien zijn , maar ook tijdens bewegen. Hieronder worden de verschillende afwijkingen weergegeven.
Als weefsel overbelast is geraakt door een regionale afwijking dient de onderliggende oorzaak achterhaald te worden om de passende therapie te kunnen toepassen. Dit kan houdingstherapie, spiertraining of een combinatie van behandelstrategieën zijn.