Wat is oncologische schouderpijn?
Oncologische schouderpijn is schouderpijn die samenhangt met kanker of met de behandeling daarvan. Dat betekent niet dat de pijn altijd door een tumor in de schouder zelf wordt veroorzaakt. Vaak spelen littekenvorming, stijfheid van weefsels, zenuwschade of bijwerkingen van medicijnen een rol. Hierdoor kunnen pijn, bewegingsbeperkingen en soms gevoelsveranderingen in arm en schouder ontstaan.
![]() | Schouderboek is een uitgave van Arko Sports Media, ISBN 978-5472-483-4, www.sportsmedia.nl geschreven door auteurs van SNN/ SNV en gepubliceerd bij het Schoudercongres 15-12-2023. Voor de inhoud betreffende deze aandoening is gebruik gemaakt van hoofdstuk 11 door A. de Haar-Holleman & A. De Groef |
Hoe ontstaat het?
Er zijn verschillende oorzaken. Na een operatie of bestraling kunnen de weefsels rond borst en oksel stijver worden door litteken- of bindweefselvorming. Dit kan de schouder minder soepel maken en pijn veroorzaken. Ook zenuwen kunnen geraakt worden, bijvoorbeeld door behandeling of door chemotherapie. Dat geeft klachten als tintelingen, een branderig gevoel of gevoelloosheid. Soms verandert de manier van bewegen of de houding ongemerkt, waardoor er extra spanning op de schouder komt. Daarnaast kunnen sommige medicijnen, zoals hormoon- of immuuntherapie, spier- en gewrichtsklachten veroorzaken. In zeldzame gevallen kan een tumor in bot of weke delen rond de schouder zelf of in de buurt van zenuwen pijnklachten geven.
Hoe wordt het onderzocht?
De arts of fysiotherapeut begint met een uitgebreid gesprek over de klachten: hoe en wanneer ze zijn begonnen, of u behandelingen hebt gehad en welke symptomen op de voorgrond staan. Daarna volgt lichamelijk onderzoek, waarbij onder andere naar de beweeglijkheid, kracht en het gevoel in arm en schouder wordt gekeken. Vaak is dit voldoende om te begrijpen waar de pijn vandaan komt en welke behandeling passend is. Als er signalen zijn die extra aandacht vragen – zoals aanhoudende nachtelijke pijn, onverklaard gewichtsverlies of geen verbetering ondanks therapie – kan aanvullend onderzoek nodig zijn.
Wat kunt u eraan doen?
De behandeling is erop gericht om pijn te verminderen en de beweeglijkheid en kracht van de schouder te herstellen. Belangrijke onderdelen zijn:
Medische ondersteuning: de arts kan medicatie aanpassen of aanvullende behandelingen inzetten als dat nodig is.
Voorlichting en uitleg: inzicht in de oorzaak van de klachten geeft vaak rust.
Oefentherapie en begeleiding: met gerichte oefeningen wordt de schouder stap voor stap soepeler en sterker.
Manuele therapie: kan helpen om de beweeglijkheid te verbeteren en pijn te verlichten.
Behandeling van zenuwpijn: speciale oefenprogramma’s en in sommige gevallen medicatie.
Algemene beweging en leefstijl: wandelen, fietsen of ontspanningsoefeningen helpen het lichaam en zenuwstelsel tot rust te brengen.
Wat is de prognose?
Bij de meeste mensen verbeteren de klachten geleidelijk met goede begeleiding. Stijfheid en pijn na operatie of bestraling kunnen nog maanden aanwezig zijn, maar nemen meestal stap voor stap af. Zenuwklachten kunnen langer aanhouden, maar zijn vaak beïnvloedbaar met oefentherapie en aanvullende medische zorg. Het verloop verschilt per persoon, maar veel mensen vinden uiteindelijk een goede balans en kunnen hun arm en schouder weer met vertrouwen gebruiken.