Contact

De beweegketen

Wanneer u last heeft van uw schouder, lijkt het misschien alsof het probleem alleen daar zit. Toch werkt de schouder nooit los van de rest van het lichaam. Hoe u beweegt met uw romp, benen en schouderblad heeft direct invloed op hoe de schouder functioneert. Zie ook de basistekst over de bovenhandse sporter. Dit samenspel noemen we de beweegketen. Door dit beter te begrijpen, wordt ook duidelijk waarom oefeningen vaak niet alleen op de schouder gericht zijn, maar op het hele lichaam.

Schouderboek is een uitgave van Arko Sports Media,
ISBN 978-5472-483-4,
www.sportsmedia.nl

geschreven door auteurs van SNN/ SNV en gepubliceerd bij het Schoudercongres 15-12-2023.

Voor de inhoud betreffende deze aandoening is gebruik gemaakt van hoofdstuk 10:
10.2: De rol van de kinetische keten
S. Vereecken & M. Vochten

1. Waar gaat het over en waarom is dit belangrijk?
De beweegketen laat zien dat schouderfunctie afhankelijk is van samenwerking met de rest van het lichaam. Kracht en controle starten vaak in de benen en romp en worden stap voor stap doorgegeven naar arm en hand. Als die samenwerking goed verloopt, worden bewegingen lichter, efficiënter en comfortabeler. Bij schouderklachten helpt het daarom om breder te kijken dan alleen naar het gewricht zelf. Oefentherapie met een slimme opbouw is hierbij belangrijk: niet een paar losse oefeningen, maar trainen met voldoende herhalingen, variatie en rust.

2. Hoe werkt de beweegketen?
De beweegketen betekent dat verschillende delen van het lichaam elkaar opvolgen en samenwerken tijdens bewegingen. Bij bovenhandse sporten, zoals gooien, smashen of serveren, begint de kracht vaak in de benen en romp en gaat die door naar de schouder en arm. Wanneer deze schakels goed samenwerken, voelt de beweging krachtig en vloeiend.

Naast de schouder zelf spelen ook romp en benen een belangrijke rol. Een sterke romp fungeert als stevig fundament voor de schouder. Oefeningen zoals squats, lunges, step-ups en plankvarianten helpen om de hele beweegketen krachtiger en beter gecoördineerd te maken. Tegelijkertijd blijft het belangrijk om de schouderbladspieren en de rotatorcuff te trainen voor een goede balans. Door lokale schouderoefeningen te combineren met bewegingen van de romp en benen, ontstaat een training die uitdagender en functioneler is. Zo werkt u niet alleen aan kracht, maar ook aan coördinatie, bewegingscontrole en uithoudingsvermogen.

3. Wat kunt u hiervan merken?
Wanneer de beweegketen goed samenwerkt, merkt u dat bewegingen boven schouderhoogte soepeler gaan en vaak minder vermoeidheid geven in de schouder na inspanning. Ook ervaart u meer controle en nauwkeurigheid bij bijvoorbeeld gooien, slaan of serveren. Door oefeningen slim op te bouwen, voelt u sneller vooruitgang en krijgt u meer vertrouwen in uw schouder.

Bij klachten kan trainen met de beweegketen helpen om de belasting beter te verdelen en de schouder geleidelijk sterker en belastbaarder te maken. U start met eenvoudige varianten en bouwt stap voor stap uit, afhankelijk van hoe het aanvoelt. Zo vergroot u de belastbaarheid en kunt u weer veilig en met plezier sporten. Blijven de klachten terugkomen of twijfelt u over de juiste opbouw, dan is begeleiding door een schoudergespecialiseerde fysiotherapeut aan te raden. Samen wordt gekeken welke oefeningen en opbouw het beste passen bij uw situatie en sport